ANDI (koppeling)
Sinds 2021 is het Roermond Score Programma gekoppeld met het platform van Advanced Neuropsychological Diagnostics Infrastructure, beter bekend als ANDI. Dit betekent dat testscores binnen RSP direct kunnen worden vergeleken met een grote en unieke database met normgegevens. Hieronder staan de details van de koppeling op een rijtje.

Wat is ANDI?
ANDI is een initiatief van de Universiteit van Amsterdam en de neuropsychologische onderzoeksgemeenschap in Nederland en België. ANDI bevat normgegevens voor (neuro-)psychologische testvariabelen. De normgegevens zijn gebaseerd op duizenden afnames en gedoneerd door een groot aantal onderzoeksgroepen in Nederland en België. De data zijn afkomstig van gezonde proefpersonen.

Uitbreidbare module
De ANDI-module biedt gebruikers de mogelijkheid om met één knopdruk ook met ANDI normgegevens op testscores te vergelijken. Deze database bestaat uit normen voor 113 testvariabelen gebaseerd op 142355 afnames.
RSP genereert aanvullend aan de klassieke rapportage ook een pdf-bestand met daarin de invididuele ANDI-rapportage van de cliënt met gedetailleerde analyses van de testscores en het testprofiel.
Voorbeeldrapporten RSP
LLT
RCFT
TMT
LLT
RCFT
TMT
Multivariate vergelijkingen
Eén van de voordelen van de koppeling met ANDI is de mogelijkheid om tests ook multivariaat te vergelijken. De meeste cognitieve tests, gedragsobservatieschalen en klachtenvragenlijsten zijn weliswaar goed ontwikkeld, maar het zijn veelal op zichzelf staande tests, elk met eigen normgegevens. Daardoor is het interpreteren van zulke testgegevens vanuit een statistisch oogpunt een univariate aanpak. De diagnostische taak is echter van multivariate aard, omdat het voor de vorming van een conclusie noodzakelijk is meerdere cognitieve of gedragseigenschappen tegelijk en in samenhang met elkaar te evalueren voor het stellen van een diagnose.
Huizenga et al. (2007) hebben een methode voor Multivariate Normative Comparisons (MNC) ontwikkeld om meerdere karak-teristieken van een cliënt te vergelijken met die van een groep. Bij deze methode worden achtergrondvariabelen van de cliënt mee-genomen bij het bepalen in hoeverre de proefpersoon van de controlegroep afwijkt.
Nieuwe kijk op dezelfde metingen
Resultaten vergeleken met ANDI normen kunnen afwijken van resultaten die worden vergeleken met klassieke normen. Dat komt door een aantal redenen. ANDI maakt gebruik van data van gezonde proefpersonen uit Nederland en Vlaanderen. Klassieke normen maken vaak gebruik van een klinische populatie en soms ook buitenlandse normen. De normen van ANDI zijn regressiegebaseerd. De cliënt wordt tegen een regressielijn bekeken en niet tegen een kolom in een tabel.
Hierdoor maken de data geen ‘sprongetjes’ tussen de categorieën en kun je het aantal datapunten optimaal benutten. ANDI-normen zijn gecorrigeerd voor leeftijd, opleiding en geslacht. Bij klassieke normen is dit dikwijls een correctie voor één van deze of helemaal geen. Ook heeft ANDI relatief veel data van de 70+ populatie, welke vaak beperkt voor komen in klassieke normen.